donderdag 21 juni 2012

Het regent het regent, de pannetjes worden nat



Door Lieke


Lopen. 'Hier rechtdoor, daar naar links, en dan rechtdoor.' Ik lach vriendelijk en bedank. Direct na deze handeling ben ik de boodschap alweer vergeten. Het doet me niets. Nee, dat is niet waar. Het doet me wel degelijk iets. Ik ben namelijk verdwaald en ik wil er nu zijn. Nuuuuuuu! Het antwoord dat de voorbijganger gaf op mijn vraag was behoorlijk belangrijk, het ging echter volledig langs mij heen. Ik ben er met mijn hoofd niet bij, dat zal het zijn. 


Het regent een beetje. Niet van die harde regen, ook niet van die suffe miezer. Gewoon regen, treurige regen. Kan je het je voorstellen? Het is regen met emotie of zoiets. Vaak vergelijk ik weer met emoties, op die manier kan ik het makkelijker linken met de dag. Zo gaat dat nou eenmaal in mijn hoofd. Ik kan er ook niks aan doen. 'Aaaaah, Lieke gekke meisje!' Ja jongens, ik heb het vaak genoeg gehoord. That's meeee, die gekke meisje, jonguh.
Ik loop maar wat. Mijn stappen klinken, best mooi. Het is een soort muziek opzich. En de regen, de regen is een soort drum, als een basis in een nummer. Ik wil bijna gaan neuriën, maar kan mij gelukkig inhouden. Neuriën, dat is pas het toppunt van dromerigheid. En dromen, dat is dom. Al helemaal als je de weg kwijt bent. Goed, lopen. Jeetje mina, ik had toch zo'n goed richtingsgevoel?! Doorlopen dan maar? Mmja, er zit niet echt iets anders op. Ik kan best gaan schuilen maar aangezien ik standaard overal later kom dan gepland, maar een hekel heb aan standaards, wil ik voor deze ene keer niet later komen dan gepland. Nat ben ik nu toch al, lelijk ook. Whatevaaahr!
De regen gaat door, ik ook. Ondanks dat ik niet weet of ik goed loop, voel ik dat ik dichterbij kom. Het is vast een soort oerzintuig. Ja, ik loop de goede kant op, ik weet het zeker. de regen is nog even steady als toen ik vertrok, mijn pas is versnelt. Volgens mij ben ik er bijna. Op de hoek van de straat wacht ik even. Aan de vriendin in mijn gedachten vraag ik hoe ik eruit zie. 'Goed' antwoord ze. Ik ben niet overtuigd en laat dit haar weten. Geen antwoord. Waar zijn je vrienden als je ze nodig hebt?
Daar sta ik dan, in de regen. Ik probeer een zo nonchalant mogelijke houding aan te nemen, zonder succes, helaas. Ik ben altijd al lomp geweest. 'Nou Liek,' zeg ik hardop tegen mijzelf. 'Daar gaan we dan.' 



Met goede moed loop ik naar de deur. Nummer 10 was het, ik weet het zeker. Ik wacht een paar seconden en bel dan aan. Zouden ze het wel gehoord hebben? Het blijft stil. Nog een keer bellen? Nee, dat is onbeleefd. Zijn ze wel thuis? Het blijft stil achter huis nummer 10. Het begint harder te regen. Er gaat een lichtje in de hal aan en niet veel later gaat de deur open. JACKPOT! Prachtig lange benen die gedragen worden door nike aimax 1, die gave, en omhuld door een levi's broek met daarboven een wit shirt van ill met daaronder een sportief breed torso en mooie jongemannen armen met daarboven de allermooiste kop van heel Nederland met een goeie bos donker blonde krullen erop doet open. Het zegt wat. Ik hoor het niet, ik kijk mijn ogen uit. Wat een prachtjongen was dit toch. En god allemachtig, ik kende hem! Niet goed, helemaal niet goed zelfs, maar ik kende hem en dat telt. De klanken van de stem herhalen zich. In een reflex komt er een misvormde 'huh wat heh huh, zei je wat? Oh nee huh??!' uit mijn mond. Het godsgeschenk lacht en zegt 'rustig maar, ik zei alleen maar hallo.' Ik lach schaapachtig. Het godsgeschenk lacht terug en het vraagt de vraag der vragen 'Wat kom je eigenlijk doen?' Ja Liek, daar sta je dan. Ik de regen aan een kant van de stad waar je nooit bent, voor het huis van een jongen die je eigenlijk niet kent met een bek vol tanden. Wat kwam ik eigenlijk doen?! Wat had ik gedacht, dat ie me binnen zou laten, op mijn bek zou pakken, aan zijn ouders voor zou stellen, me vervolgens ten huwelijk zou vragen en voorstellen om samen te gaan wonen? Jezus Liek, wat doe je hier?! 

'Ik euhm was in de buurt, enneeeeeeeeeeuh' zal ik het zeggen, zou ik het doen? Ik durf niet aaaaah! Ik kan er niet meer tegen ik moet het kwijt. Waarom was dit zo moeilijk, waarom is dit gevoel zo kut en waarom ben ik opeens zo bang? Weetje, wat maakt het ook allemaal uit, ik zeg het gewoon!
'Nou eigenlijk Viggo, was ik helemaal niet in de buurt' Viggo kijkt aandachtig en vervreemd met die prachtige bruine puppy ogen van 'm. Ik praat door
'Vanaf de eerste keer dat ik je zag krijg ik je niet meer uit mijn hoofd, wat ik ook doe. Ik wil er eigenlijk niet aan toe geven omdat ik het zo ontzettend stom vind van mijzelf, maar elke dag en elke minuut van de dag én nacht denk ik aan jou. Dus... ik ben hier gekomen om je dit te vertellen in de hoop dat je eindelijk uit mijn hoofd gaat, wat ik eigenlijk niet wil maar het moet. Je moet uit mijn hoofd, hoe leuk ik je ook vind, het maakt toch niet uit. JE MOET UIT MIJN HOOFD!' 



Viggo is stil, hij kijkt me aan, ik durf hem niet aan te kijken maar doe het toch. Dat hoofd is te betoverend om van weg te draaien. Hij blijft stil, hij kijkt me aan, geeft me een knipoog en zegt 'Ik wil helemaal niet uit jouw hoofd joh, gekkie!'


Door Lieke